Je hebt het voor het kiezen

Of een veranderingsvoorstel nu uit Zoetermeer komt, uit je eigen vakgroep, van de conciërge, het bestuur of van wie dan ook, je kunt kiezen hoe je reageert. En de manier waarop je reageert, bepaalt voor een belangrijk deel de hoeveelheid stress die het je op gaat leveren.

Wanneer je pro-actief reageert, nagaat wat er in het voorstel zit, een doel stelt en afwegingen en keuzes maakt, zul je je betrokken voelen bij een besluitvormingsproces en het gevoel hebben dat je dingen kunt beïnvloeden. Dit reduceert stress. Wanneer veel gebeuren moet (in een korte tijd) kan dat de werkdruk vergroten, maar naarmate je meer bij het veranderingsproces betrokken bent, blijft de psychische stress beperkt. Deze wordt groter naarmate je het gevoel hebt dat dingen buiten je controle liggen; dat je geen invloed uit kunt oefenen en dat je maar te doen hebt wat er van je wordt verlangd. In dat geval neemt ook de arbeidssatisfactie af, wat weer zorgt voor stresstoename.

Hoe groter de betrokkenheid bij een veranderingsproces, hoe groter de acceptatie en hoe groter de effecten zullen zijn, want hierbij geldt de formule: effect = kwaliteit x acceptatie.

Putten uit Hoekans ervaring

In 1999 is op de meeste scholen het studiehuis ingevoerd. Zoals velen had ik het idee dat dat door de overheid verplicht werd. Een hoge ambtenaar van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen wist mij in juni 2000 te vertellen dat dat echter niet zo was. Dit gegeven, dat veel mensen binnen en buiten het onderwijs menen dat zij door de overheid ergens toe verplicht worden, terwijl de overheid dat in haar ogen niet doet, is de moeite van een aparte studie waard. Zonder verder onderzoek durf ik hier wel de conclusie te trekken dat er zondermeer te weinig vragen gesteld zijn. Er is kennelijk onvoldoende doorgevraagd bij de personen die wèl voldoende op de hoogte waren van de ins en outs rond het studiehuis.

Hoekan was in ieder geval enthousiast over het studiehuis idee en heeft het met plezier handen en voeten gegeven. Dit hoofdstuk sluit ik graag af met een aantal opmerkingen van Hoekan omdat deze zinvol en/of inspirerend kunnen zijn voor implementeerders van het studiehuis of andere vernieuwingen:

* “Docenten zagen goede kanten en zetten hun vraagtekens. Het is belangrijk om goed te luisteren naar hun bezwaren en goed te evalueren wat je doet. We hebben ook dingen teruggedraaid, omdat we ervaarden: zo werkt het niet. We hebben veel contact met leerlingen. Die hebben vaak goede kritiek. Je kunt veel leren van leerlingen! En van problemen die zij tegenkomen in de onderwijsorganisatie.”

* “De mensen hebben gemerkt dat een verandering geen bedreiging hoeft te zijn. Door de veranderingen hebben we veel over onderwijs gepraat. Dat heeft ons een sterker team gemaakt.”

* “Het is een onzekere periode geweest. En de kunst is dat je dat niet teveel op elkaar in laat werken. Pas op met je eigen onzekerheid. Ga daar mee naar een collega in plaats van leerlingen. Delen in dat we dingen niet weten, levert veel op.”

* Stel HOEKAN vragen; daarmee creëer je denkruimte: “Ik vraag me af: “Hoe gaat dat volgend jaar? Als er een grotere groep bezig is? We hebben ruimtegebrek. Hoe doen we het dan met de werkplekken? We zitten met een computertekort. Hoe gaan we dat aanpakken?”

* Erken problemen; dat geeft emotioneel rust. Hoekan zegt bijvoorbeeld: “Het is woekeren met de ruimte. We hebben een volle school. Dat geeft een onprettig gevoel voor de docenten en de leerlingen. Dat is gewoon zo.”

Op weg naar het interview met Hoekan zag ik op het perron een affiche van Origin: “Sharing the problem is half the problem”. Wanneer je veranderingen als interessante opties ziet en problemen als uitdaging benadert, word je werk vuriger of geeft op zijn minst meer energie en brand je minder snel op.


[1] Om reacties van jezelf en collega’s makkelijk te kunnen categoriseren, zijn de namen van de geïnterviewde (on)herkenbaar gemaakt.

Pagina's: 1 2 3

Vorige pagina

 

Reageren is niet mogelijk.